Ongevraagde gast
De Japanse duizendknoop is een plant die oorspronkelijk uit Azië komt, maar zich intussen sterk heeft verspreid in Europa. Ze werd ooit ingevoerd als sierplant, maar groeit nu op vele plaatsen ongewenst langs wegen, in tuinen, bermen en landbouwgrond.
De plant vormt een bedreiging voor onze natuur en infrastructuur:
- Ze verdringt inheemse planten.
- Ze overwoekert tuinen, bermen en akkers.
- Haar sterke wortelstokken kunnen funderingen, rioleringen en wegen beschadigen.
Hoe herken je de Japanse duizendknoop?
- Holle, bamboeachtige stengels die tot 2,5 meter hoog kunnen worden.
- Grote, hartvormige bladeren.
- Kleine, witte bloemetjes in trossen (vanaf september).
- In de winter verdorren de stengels, maar blijven zichtbaar staan.
- Ondergronds: dikke wortelstokken die veel energie opslaan en nieuwe scheuten vormen.
Waarom niets doen soms het beste is
Veel traditionele bestrijdingsmethoden, zoals maaien of chemisch behandelen, werken niet goed. Ze kunnen zelfs de verspreiding versnellen: elk stukje wortel of stengel kan uitgroeien tot een nieuwe plant. Daarom wordt vaak gekozen voor nulbeheer.
Wat is nulbeheer?
Bij nulbeheer wordt de plant niet actief bestreden, maar nauwlettend opgevolgd.
Onderzoek van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) toont aan dat de plant zich onder nulbeheer niet sneller verspreidt dan bij maaibeheer, maar dat de kans op onbedoelde uitbreiding kleiner is.
Nulbeheer is vooral geschikt:
- Bij oude of moeilijk bereikbare haarden;
- In ecologisch waardevolle gebieden;
- Wanneer bestrijding meer kwaad dan goed zou doen.
Wat mag en mag je niet doen?
Voor particulieren (burgers)
Wat je WEL mag doen:
- De groeiplaats observeren en opvolgen.
- Kleinere haarden met oppervlakkige wortels (minder dan 2 m²) voorzichtig uitspitten, en het plantmateriaal deponeren in de restafvalzak of in het recyclagepark (oranje groep).
- Groeiplaatsen afdekken of schaduw creëren (door struiken of bomen aan te planten).
Wat je NIET mag doen:
- De plant maaien, snoeien of versnipperen: elk stukje kan opnieuw uitgroeien.
- Plantresten bij het groenafval, op de composthoop of in de natuur gooien.
- Grond verplaatsen waarin wortelresten aanwezig zijn.
- Chemische middelen gebruiken: dit is enkel toegestaan voor professionelen.
Belangrijk: Heb je Japanse duizendknoop in je tuin? Bespreek dit met je buren en probeer samen een aanpak af te stemmen. De wortels kunnen zich meters ver ondergronds uitbreiden.
Voor landbouwers
Wat je WEL mag doen:
- Haarden in kaart brengen en melden bij de gemeente.
- Besmette grond ter plaatse houden en bewerken volgens bio-veilige richtlijnen (meer info via www.grondbank.be).
- Indien mogelijk: begrazing toepassen (bijv. met schapen) of verbossing stimuleren om schaduw te creëren.
- Enkel professioneel erkende verwerkers gebruiken voor besmet plantmateriaal.
Wat je NIET mag doen:
- Grond of gewasresten verplaatsen van besmette percelen.
- Maaien of ploegen zonder voorzorg: dit bevordert de verspreiding.
- Chemische bestrijding uitvoeren zonder erkende toelating en opleiding.
Wat doet de gemeente en de provincie?
De gemeente volgt gekende groeiplaatsen op en werkt volgens het principe van nulbeheer waar dat zinvol is. Op risicolocaties (wegen, bermen, openbare ruimtes) kan ook gekozen worden voor:
- professionele verwijdering of gecontroleerde compostering;
- bio-veilige grondverwerking;
- begrazing in samenwerking met lokale landbouwers;
- maaien met strikte afvoer indien noodzakelijk voor de veiligheid of het algemeen belang.
Vragen of een haard melden?
Heb je Japanse duizendknoop opgemerkt op openbaar domein of twijfel je over een plant?
Neem contact op met de milieudienst via milieu@koekelare.be of 051 58 92 01.
